Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Caesar

betekenis & definitie

Caesar - 1° cognomen van de gens Iulia; vanaf keizer Claudius (41) algemeene naam voor de leden der keizerlijke familie; sinds keizer Hadrianus (117) naam van den mederegent en aangewezen opvolger.

Gaius en Lucius, zonen van Vipsanius Agrippa en Iulia, dochter van keizer Augustus, die hen adopteerde en bestemde voor het keizerschap, doch beiden stierven jong. Gaius, * 20 v. Chr., ✝ 4 na Chr.; Lucius, * 17 v. Chr., ✝ 2 na Chr.
3° Gaius Iulius, volledig geheeten: Gaius Iulius Caesar Strabo Vopiscus, Romeinsch redenaar en dichter, ✝ 87 v. Chr. bij de proscriptie van Marius. Hij is een van de sprekers in Cicero’s De Oratore.
4° Gaius Iulius, feitelijk de beëindiger der Rom. republiek, door een gewelddadigen dood verhinderd in de volledige doorvoering zijner plannen;

de meest geniale van alle Rom. heerschers, groot veldheer en groot staatsman, geweldig organisator met scherp doorzicht en stalen wils- en werkkracht, doorkneed politicus, maar ook eerlijk, trouw vriend, uit een oud patricisch geslacht, maar neef van den demagoog Marius en schoonzoon van den even democratischen Cinna. Zijn mémoires over den oorlog in Gallië (7 boeken v. C. zelf, het 8e van Aulus Hirtius) en het eerste deel van den burgeroorlog bleven ons bewaard en toonen zijn stilistische gaven.

C. werd geboren 13 Quinctilis (later naar hem Juli genoemd), 100 v. Chr. Hij was quaestor in 68, aedilis curulis in 65, praetor in 62. In 60 werd officieus het eerste driemanschap gesloten tusschen Caesar, Pompeius (toen de machtigste) en Crassus (geldschieter en buffer tusschen de beide anderen). Cato noemde dit reeds: het einde der republiek. In 59 was C. consul en gaf toen de eerste officieele courant uit: protocollen van den senaat en de volksvergadering. Tusschen 58 en 50 onderwierp hij heel Gallië.

In 56 werd in de April-conferentie te Luca openlijk het eerste driemanschap hernieuwd; nu was Caesar reeds de machtigste. Na den dood van Crassus in 53 spitste de verhouding tusschen Caesar en Pompeius zich steeds meer toe. In 52 brak in Gallië een algemeene opstand uit onder Vercingetorix, schitterend onderdrukt door C., die in 50 klaar was in Gallië. Door verschillende manipulaties trachtte Pompeius nu te bewerken, dat er eenige tijd lag tusschen Caesar’s aftreden als stadhouder van Gallië en diens tweede consulaat, om hem als ambteloos burger te kunnen aanklagen. C. had liefst geen burgeroorlog gewild; nu het echter onvermijdelijk was geworden, deed hij den eersten stap; in Jan. 49 trok hij met zijn leger den Rubico over (→ Alea iacta est), Italië binnen.

Deze tweede burgeroorlog, waarin Pompeius het leven liet, eindigde in 45 met de volledige overwinning van C., waarmee zijn positie als alleenheerscher was bevestigd. Hij oefende zijn macht uit deels als consul, deels als dictator (sinds 44 levenslang!). C. spaarde zijn politieke tegenstanders zooveel mogelijk (o.a. Cicero), bracht hervormingen aan in muntwezen en kalender (Juliaansche kalender), gaf nieuwe wetten op velerlei gebied, begon met kolonisatie op groote schaal voor zijn veteranen en de proletariërs, vermeerderde het aantal ambtenaren aanzienlijk en verfraaide Rome. Naast hem had de senaat nagenoeg geen macht meer en dit leidde tot een samenzwering. Op het punt een revancheoorlog tegen de Parthen te beginnen, werd hij 15 Mrt. 44 in een senaatszitting neergestoken.

5° Lucius Iulius, broer van Gaius Iulius C. Strabo, consul 90 v. Chr. Hij stelde de lex Iulia voor, waarbij aan de bondgenooten, die trouw waren gebleven in den Bondgenooten- of Marsischen oorlog, het Rom. burgerrecht werd verleend, ✝ 89.
6° Lucius Iulius, zoon van den vorigen, onderbevelhebber bij Caesar in Gallië (zie 3°), consul in 64. Oom van den triumvir Antonius. “Zr. Agnes”.

< >