Bui - Een volledige bui komt op met plotselinge of snelle toeneming van de windkracht, verandering van de windrichting, daling van de luchttemperatuur, vermeerdering van de betrekkelijke vochtigheid, stijging van den barometrischen druk, zware bewolking, regen-, sneeuw- of hagelvlagen, en onweer. Het overtrekken van een bui duurt meestal slechts enkele minuten.
Een bui wordt dikwijls als windbui, regenbui, sneeuwbui, hagelbui, of onweersbui bepaald. Een witte bui is zonder zware bewolking (enkele witte wolkjes zijn aanwezig). De hoozen en tornado’s zijn buitengewoon krachtige b. De b. komen op gansch de aarde voor; in de gematigde luchtstreken worden zij meestal in het achtergedeelte van een depressie, aan koude ➝ fronten of buienlijnen, waargenomen. De bui wordt veroorzaakt door een wigvormigen inval van koude lucht, die warme luchtmassa’s geweldig omhoog drijft. In het voorste deel van de bui zijn krachtige, opstijgende luchtstroomen, waarvan de verticale snelheid somtijds grooter dan 10 m per sec is; dalende luchtstroomen komen achteraan voor.
Lit.: E. Durand-Gréville, Les grains et les orages (Parijs 1892); W. Schmidt, in Meteorologische Zeitschrift (1911, 355).
“V. d. Broeck.
”