Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bruinkool

betekenis & definitie

Bruinkool - natuurproduct, dat jonger is dan steenkool, maar ouder dan turf. Men onderscheidt: aardachtige soorten en soorten met houtstructuur, zgn. ligniet (➝ Lat. lignum = hout).

Op Sumatra treft men aan „veredelde” bruinkool, die door contactmetamorphose overgegaan is in steenkool.

De kleur varieert van bruin tot zwart. Bruinkool heeft een hoog gebonden watergehalte, soms wel 50%. Op reinkool berekend bedraagt de koolstof 60—70%, waterstof 6%, zuurstof 24—34%, stikstof 1%. Met geforceerden trek of onderwind is de bruinkool als brandstof onder stoomketels te gebruiken, maar beter kan men er briketten van persen. De winning van bruinkool geschiedt meest als „dagbouw”, d.w.z. aan de oppervlakte. de Wilde.

Bruinkool is in de jongere formaties, speciaal in het ➝ Tertiair, gevormd. Daarom wordt de Tertiairformatie wel Bruinkoölformatie genoemd. Hout, dat onderworpen is aan het inkolingsproces, zet zich eerst om in ligniet, dat bruin van kleur is. en verder in bruinkool dat dichter is, grooter koolstofgehalte bezit, zwart van kleur is en een aardachtige ➝ breuk vertoont. De brandwaarde stijgt tot 6 000 calorieën.

Het ontstaan van bruinkool evenals van steenkool vindt zijn verklaring in het voorkomen van moeraswouden, die in vroegere geologische perioden wel talrijker zullen zijn geweest dan tegenwoordig. Van groot economisch belang is de Noord-Duitsche bruinkoolformatie, die grootendeels tot het Oligoceen behoort. Hier zijn lagen gevormd van 20—50 m dik.

In de b. ziet men dikwijls boomstammen, die op een bepaalde hoogte scherp zijn afgesneden. De oorzaak van dit verschijnsel is nog niet afdoende verklaard. Verondersteld wordt dat men te doen heeft gehad met een verrotting boven den waterspiegel. Crommelin.

Bruinkool komt vnl. voor op geringe diepte onder de aardoppervlakte, bedekt met zand en grint, soms ook klei, zoodat de bruinkool voor het grootste gedeelte in groeven (dagbouw) ontgonnen wordt. Zoowel de losse gronden boven de bruinkool (deklagen) als de bruinkool zelf worden met baggers verwijderd respectievelijk ontgonnen. Ook dieper onder de aardoppervlakte gelegen (mits hoogwaardige) bruinkool-afzettingen worden door mijnbouw ontgonnen.

De ruwe bruinkool wordt als brandstof verbruikt nabij de ontginningen. Bij vergassing in generatoren worden nog eenige bijproducten gewonnen. Verder wordt de bruinkool verkookt bij lage temperatuur, ca. 500° C, waarbij de winning van een bijzondere teersoort en van waardevolle koolwaterstoffen hoofdzaak is. Overigens wordt de bruinkool verwerkt tot briketten (➝ Briketeeren).

In Nederland waren gedurende den oorlogstijd meerdere bruinkoolgroeven in ontginning, waarvan thans nog de mijn Carisborg te Heerlen in exploitatie is. De productie der bijbehoorende briketfabriek bedraagt normaal 75 000 ton briketten, wat overeenkomt met een productie van 200 000 ton ruwe bruinkool.

Wijffels.