Bajus - (de Bay), Michael, Kath. theoloog. * 1513 te Melin, † 1589 te Leuven. 1543 prof. in de philosophie, 1552 prof. in de exegese te Leuven. Vooral bekend om zijn leer over de genade, waarin dwalingen; 79 stellingen uit zijn geschriften door Pius V veroordeeld in 1567.
Na veroordeeling door Gregorius XIII onderwierp B. zich in 1580. De hoofddwaling van B. is de ontkenning van de bovennatuurlijkheid van den toestand van den eersten mensch. Hij leerde o.a. dat de oorspronkelijke rechtvaardigheid van den eersten mensch natuurlijk was. Ook de bestemming tot de eeuwige glorie is hem natuurlijk. Zonder de gaven der oorspronkelijke rechtvaardigheid kan de mensch niet goed zijn. Wat den eersten mensch betreft, bestaat er geen onderscheid tusschen natuurlijke en bovennatuurlijke gaven.
De erfzonde bestaat in de habitueele begeerlijkheid. Door de erfzonde is de vrijheid om tusschen goed en kwaad te kiezen, verloren gegaan. De wil van den gevallen en niet herstelden mensch is slechts begeerlijkheid en zonde. In de ongeloovigen zijn geen goede daden mogelijk. B. beroept zich op St. Augustinus, wiens leer hij eenzijdig verklaart, zooals ook Jansenius deed, met wiens leer die van B. veel gemeen heeft.
Werken: Baji opera (Keulen 1696). — Lit.: Mart. de Ripalda, De ente supernaturali; F. X. Linsenmann, Michaël Bajus und die Grundlegung des Jansenismus (1867); F. X. Jansen S. J., Bajus et le Bajanisme (1927).
Kreling.