Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Bab el mandeb

betekenis & definitie

Bab el mandeb - Straat (Arab., = Poort der tranen of der Weeklacht, welke naam volgens de legende een herinnering is aan de slachtoffers der aardbeving, welke Afrika van Azië zou hebben gescheiden), is de naam der zeeëngte tusschen Afrika en Arabië, welke de Roode Zee verbindt met de Golf van Aden en den Indischen Oceaan. De Z.W. hoek van Arabië wordt hier gevormd door het steile voorgebergte Dzjebel Menheli met kaap Menheli; op de Air. kust bevindt zich Kaap Sean of Ras Sedjan, een in zee uitstekende rotsmassa, welke door een 450 m lange landtong met het vasteland is verbonden, waardoor een voor N. winden veilige en geschikte ankerplaats wordt gevormd.

Voor Kaap Sean bevinden zich zeven klippen, 75 tot 108 m hoog, de Zeven Gebroeders genaamd. De straat wordt door het Eng. eiland Perim (Arab. M a j o e n) in twee gedeelten gescheiden, nl. het Wester- of Groote Kanaal, hetwelk ruim 20 km breed en 198 tot 300 m diep is, en het Ooster- of Kleine Kanaal, dat 31/4 km breed en 13 tot 26 m diep is. De groote scheepvaart gebruikt vnl. het Groote Kanaal; het Kleine Kanaal is wegens den sterken stroom voor kleine schepen soms gevaarlijk. Aan het Kleine Kanaal hebben de Franschen op de Arab. kust het kleine territorium van Sjeik S a i d bezet. De eigenlijke drempel der Roode Zee ligt niet in het nauwste deel der straat doch 12 mijl N.W. van Perim, ter hoogte van het Dumeira-eiland.

Aan de Zuidzijde van den drempel vindt men een geul van 198 m diepte. De stroom trekt, onder den invloed van de moessons in den Ind. Oceaan, van October tot Juni van de Golf van Aden naar de Roode Zee en kan, als wind en getij samenwerken, een snelheid van 3 mijl bereiken; in de andere maanden loopt de stroom in tegenovergestelde richting. Onder den Afrikaanschen en Arabischen wal en onder dien van Perim komen sterke neerstroomen voor.

Vooral gedurende den Z.W. moesson in den Indischen Oceaan (Mei-Sept.) vindt door opkomend dieptewater een sterke daling van de watertemperatuur plaats. De groote strategische waarde van de Straat op den verkeersweg naar Indië en het verre Oosten is oorzaak dat de Engelschen Perim en Aden bezetten, de Franschen Fr. Somali-land (Djibouti) en Sjeik Said en de Italianen Erythrea, terwijl tevens hun aller pogingen om overwegenden invloed te verkrijgen in het naburige Abessinië er een gevolg van zijn.

Wissmann.