Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

WIJSBEGEERTE DER WETSIDEE

betekenis & definitie

is de wetenschappelijke tegenhanger van de calvinistische levens- en wereldbeschouwing, die een niet-wetenschappelijk karakter draagt. Zij is zo genoemd naar Dooijeweerds in 1935/36 gepubliceerd driedelig hoofdwerk en sluit aan bij het wijsgerig denken van Kuyper en Bavinck.

Scherp wijst zij de gedachte van de neutraliteit der wetenschap af; zij erkent niet de autonomie van het wijsgerig denken en verzet zich tegen alle pogingen om te komen tot een verbinding van niet-christelijk gedachtengoed met schriftuurlijke themata. Want zij ziet de dwalingen in de filosofie niet in de eerste plaats als gevolg van fout of gebrekkig denken, maar vooral als resultaat van religieuze grondmotieven, welke niet slechts de ontwikkeling van het theoretisch denken beheersen, maar die als religieuze, heel de levenshouding in centrale zin richting gevende drijfkrachten aan heel de cultuurontwikkeling van het avondland ten grondslag liggen.

Het spreken van religieuze grondmotieven ligt in dezelfde lijn als het spreken over een wetsidee, waarin volgens Dooijeweerd ieder wezenlijk wijsgerig stelsel wortelt. In zulk een wetsidee wordt apriorisch positie gekozen ten aanzien van de centrale voorvragen van het wijsgerig denken: welke is de diepste oorsprong, de boventijdelijke eenheid en de onderlinge verhouding en samenhang van alle bijzondere wetten, welke naar de verschillende zijden der werkelijkheid onze wereld beheersen, en hoe verhoudt zich het aan de wet onderworpene in oorsprong, boventijdelijke eenheid en functieverscheidenheid tot de wet? Uitgangspunt voor de calvinistische wetsidee is de calvinistische levensen wereldbeschouwing.In de zijnsleer is uitgangspunt de religieuze drieslag: God wet kosmos, en wel zo, dat God de wet stelt aan de door Hem geschapen kosmos. Deze wet, het liefdegebod, richt zich tot de mens, primair tot zijn hart. De wet Gods over de werkelijkheid is echter in de tijd gebroken in een aantal samenhangende wetskringen, die souvereiniteit ten opzichte van elkaar hebben. Uitgaande van de onherleidbaarheid van de verschillende aspecten der werkelijkheid tot elkaar en van het merkwaardige feit, dat in ieder aspect alle overige door vooruitgrijpende of teruggrijpende momenten vertegenwoordigd zijn, werden in de wijsbegeerte der wetsidee een bepaald aantal aspecten en hun rangorde opgesteld. Betekenis van wet komt tenslotte ook toe aan de positieve wet, in welke de voor een bepaald samenlevingsverband aangewezen ambtsdragers de wet van God voor hun rayon en tijd positiveren.

De wijsbegeerte der wetsidee erkent twee kenbronnen: Gods woord en Gods werk, van welke de laatste slechts bij het licht van de Woordopenbaring valt te kennen. Terwijl de centrale wet van God rechtstreeks uit de Woordopenbaring kenbaar is, wordt het aan deze wet direct of indirect onderworpene in zijn structuur gevonden door onderzoek van de kosmos bij het licht van de Woordopenbaring. De aanhangers van de wijsbegeerte der wetsidee zijn georganiseerd in de in 1935 opgerichte Vereniging voor Calvinistische Wijsbegeerte. Deze verzorgt o.a. de publicatie van het zuiver wetenschappelijk en internationaal georiënteerde tijdschrift Philosophia Reformata. In 1947 ontstond de Stichting bijzondere leerstoelen voor calvinistische wijsbegeerte, die momenteel vijf katheders telt, nl. te Leiden, Groningen, Utrecht, Delft en Rotterdam. Ook buiten de gereformeerde kring en buiten Nederland heeft de wijsbegeerte der wetsidee van het begin af veel belangstelling genoten. A. s.