Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

UNIE VAN ZUID-AFRIKA

betekenis & definitie

souvereine staat, lid van het Britse Gemenebest, telt ca. 13 millioen inwoners, van wie 46 pct. Prot., 6 pct.

Kath.; ca. 23 pct. belijdt andere godsdiensten en ruim 25 pct. is ongodsdienstig. De bevolking bestaat voor 69 pct. uit Bantoenegers, 21 pct. uit blanken en voorts uit kleurlingen en Aziaten.

De regering der Herenigde (Nationale) Partij (van 1946 af onder leiding van Malan, sinds einde 1954 onder Strijdom) is fel gekant tegen elke vorm van gelijkstelling der niet-blanke bevolking.Het gebied van de vroegere Kaapkolonie werd pas sinds midden 17de eeuw gekoloniseerd onder de Ned. Verenigde Oost-Indische Compagnie, totdat het begin 19de eeuw door de Engelsen veroverd werd. In deze tijd werden hier prot. Kerken van het geref. type gevestigd door Nederl. en Franse (Hugenoten) kolonisten. Na 1795 kwamen Britse kolonisten Zuid-Afrika binnen en stichtten eigen Kerken. De Unie heeft zodoende een sterk dominerende prot. inslag.

Van de blanke bevolking is slechts 4 pct. katholiek. Onder de niet-blanke bevolking is de missionnering vrij laat (midden 19de eeuw) begonnen en zij heeft zich slechts langzaam uitgebreid. Een belangrijk feit in de missiegeschiedenis van Zuid-Afrika is de stichting (in 1882) van de Trappistenabdij Mariannhill in Natal, welke later in een zelfstandige congregatie werd omgezet. Thans zijn missiecongregaties uit vele landen hier werkzaam en het aantal Katholieken is dan ook in de laatste decenniën aanzienlijk toegenomen: van 120 000 in 1920 tot 780 000 in 1954 (van wie slechts ca. 110 000 blanken). In 1951 werd de kerkelijke hiërarchie opgericht. Zij omvat 4 aartsbisdommen (Bloemfontein, Kaapstad, Durban en Pretoria) met 17 bisdommen, 1 abdij nullius en 1 apost. prefectuur.

Deze kerkelijke indeling omvat meer dan het gebied der Unie (nl. ook Beetsjoeanaland, Basoetoland en Swaziland, die onder Brits protectoraat staan). De verhouding tot de andere Kerken, vooral tot de geref. Hollands-Afrikaanse, is ongunstig: er bestaat een sterke anti-katholieke propaganda, die zich vooral richt tegen immigratie van Katholieken. Bovendien komt de apartheidspolitiek van de regering, welke een openlijke rassendiscriminatie is, soms ernstig in botsing met de katholieke opvattingen en belangen, met name bijv. door de Onderwijswet voor Bantoenegers van 1953. Tot dan toe was 95 pct. van alle scholen voor negers (met 850 000 leerlingen) in handen van missie en zending. De wet van 1953 nu bepaalt, dat deze scholen ófwel door de regering zullen worden overgenomen (en dan geleid worden overeenkomstig het beginsel van apartheid), ófwel geen subsidie meer zullen ontvangen.

Hierdoor worden 790 katholieke missiescholen met 120 000 leerlingen en 6 kweekscholen getroffen. De bisschoppen hebben niettemin besloten het eigen lager onderwijs koste wat het kost voort te zetten; ten aanzien van de bisschoppelijke kweekscholen, die per 1 Jan. 1955 door de regering zijn overgenomen, hebben zij besloten tot een voorlopig afwachtende houding.

De Protestanten zijn verdeeld over vele kerkgenootschappen en talloze splinterkerkjes. Bovendien bestaat er een kloof tussen de Engels en de Afrikaans sprekende Kerken. De voornaamste groeperingen elke weer verdeeld in verschillende kerkgenootschappen zijn die der Anglicanen (ca. 1 millioen), Congregationalisten (ca. 160 000), Gereformeerden of Hervormden (ca. 1,7 millioen), Luthersen (vnl. van Duitse origine, ca. 400 000), Methodisten (ruim 1 millioen), Presbyterianen (ruim 200 000). Aan protestantse zijde nemen in het algemeen de Engels sprekende Kerken stelling tegen de apartheidspolitiek. De Afrikaans sprekende (gereformeerde) Kerken daarentegen staan op dit punt in het algemeen aan de zijde der regering; zij beroepen zich met betrekking tot de rassenscheiding op bepaalde passages uit het O.T. p. M. / J.

H. H.