Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

JASPERS, Karl

betekenis & definitie

(1883), Duitse existentie-filosoof, hoogleraar te Heidelberg, later te Bazel, wiens filosofie zich steeds nadrukkelijk in theistïsche richting heeft ontwikkeld. In Der philosophische Glaube (1948) ziet Jaspers voor de Westerse mens twee mogelijke houdingen: de wijsgerige enerzijds, de christelijke anderzijds.

De wijsgerige mens grondt zijn existentie op het wijsgerig geloof; de christelijke mens op het Openbaringsgeloof. Hierin ligt een onherleidbare tegenstelling.

Want al erkennen beiden de éne God en de menselijke existentie als op deze éne God gericht: de wijsgeer gaat deze weg enkel op grond van zijn wijsgerig geloof. Voor de Christen is Christus God en de wegwijzer naar God; voor de wijsgeer kan geen enkele mens God zijn, maar moet iedere mens zijn eigen weg naar God vinden.

Dit betekent niet, dat wijsbegeerte en Christendom een onverzoenlijke strijd op leven en dood moeten voeren, want zij kunnen niet buiten elkaar. De wijsbegeerte zou zonder het Christendom haar inhoud, het Christendom zonder de wijsbegeerte zijn bezinning verliezen.

Het betekent slechts, dat de mens moet kiezen tussen de wijsgerige en de christelijke levenshouding. Een Christen-wijsgeer is voor Jaspers derhalve een innerlijke tegenspraak: de Christen, die existentieel denkt, is altijd theoloog, nooit wijsgeer.B. D.