Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

CHRISMA

betekenis & definitie

(Gr.: chrio, zalven) is de heilige zalfolie, die door de bisschop tijdens de mis van Witte Donderdag met een plechtig dankgebed wordt gewijd, en die sinds de eerste eeuwen der Kerk gebruikt wordt bij de sacramenten van doopsel en vormsel. Het chrisma, dat een symbool is van de kracht van de Heilige Geest, wordt bij de wijding van het doopwater na de afroeping van de Heilige Geest aan het water toegevoegd; de priester zalft er de dopeling mee onmiddellijk na de eigenlijke doophandeling, ten teken dat de hergeboorte is uit water en Heilige Geest; als een teken van de Heilige Geest wordt het eveneens gebruikt bij het vormsel.

In de vroege Middeleeuwen ontstond in het Westen het gebruik ook bij andere gelegenheden een zalving met chrisma te verrichten: bij de wijdingen (nu nog bij de bisschopswijding), dikwijls bij de koningskroning, bij de wijding van kerken, altaren, heilige vaten en klokken. Vele dezer gebruiken hebben sinds de 10de eeuw ook in Rome ingang gevonden.

Wegens de grote eerbied, die de Kerk altijd voor het chrisma heeft gehad, moet het worden bewaard in een gouden vat en bij voorkeur in de nabijheid van het altaar. In het Oosten wordt het chrisma myron genoemd; de plechtige wijding er van (die slechts zelden, maar altijd op Witte Donderdag, plaats heeft) is aan de patriarchen en enkele metropolieten voorbehouden.

De zalving met myron is er slechts bij de initiatie in gebruik, zie ook Olie. c. A.

B.