Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

BENEDICTIJNEN

betekenis & definitie

zijn monniken, die de regel volgen door de H. Benedictus in Monte Cassino geschreven.

Oorspronkelijk voor plaatselijk gebruik bedoeld, begon onder paus Gregorius I, die zelf Benedictijns abt was geweest, de grote verspreiding van deze regel. Geleidelijk drong hij overal in Europa door en verdrong zo goed als alle andere regels, tot hij in de 13de eeuw door die der bedelorden en in de 16de eeuw door die der Jezuïeten overvleugeld werd.

Geleidelijk aan ook werd in de verschillende kloosters het aantal priester-monniken groter dan dat van de leken, hetgeen oorspronkelijk niet het geval was. Volgens de regel van Benedictus vormt ieder klooster een zelfstandige familie onder bestuur van een abt.

Maar vanaf ca. 900 zien we, dat de afzonderlijke kloosters zich vrijwillig tot groepen aaneensluiten ter versterking van hun innerlijke kracht en tot een betere bescherming naar buiten. De meest diepgaande invloed ging sinds het begin der rode eeuw uit van het klooster Cluny , waarvan de gebruiken (consuetudines) door talloze Benedictijnenkloosters werden overgenomen.

Dit heeft zeer veel tot de versterking van de orde zowel inals uitwendig bijgedragen. In aansluiting bij de politieke toestand van die dagen sloten zich sinds de 15 de eeuw verschillende kloosters ter hervorming van de kloostertucht op territoriale grondslag aaneen.

Geleidelijk groeiden deze uit tot formele congregaties. Bekend als zodanig zijn o.a. de congregatie van Bursfeld en in Frankrijk die van St.

Maurus.

De Hervorming maakte in een groot deel van Europa een eind aan het Benedictijnse leven.

Daar waar het bewaard bleef leed het later zware verliezen door het Josephisme en de Franse Revolutie. Sinds 1830 bloeide het ordeleven echter weer op zowel in als buiten Europa, waarbij vooral de abten Dom Prosper Guéranger van Solesmes en Dom Maurus Wolter van Beuron een belangrijke rol gespeeld hebben.

Bekend werden vooral het klooster Maria-Laach door zijn liturgische arbeid (vooral onder Dom Odo Casel) en het klooster Amay-sur-Meuse (later overgebracht naar Chevetogne bij Ciney (België) om zijn herenigingswerk.De Benedictijnen leiden een beschouwend leven, maar het accent op de verhouding van actie en contemplatie ligt in de onderscheiden congregaties verschillend. Het zwaartepunt en de eigenlijke voedingsbodem van het Benedictijnse leven ligt in de plechtige viering van de liturgische eredienst (zie ook Spiritualiteit, onder Benedictijnse spiritualiteit). De arbeid onderging in de loop van de tijd veel verandering. Was het oorspronkelijk vooral veldarbeid, later werd het meer werk van geestelijke aard: studie, onderwijs. In dit verband dient genoemd te worden het 'wetenschappelijk werk op patristisch gebied van de monniken van de congregatie van St. Maurus (Mauristen).

Grote verdiensten hebben de Benedictijnen o.a. ook door het kopiëren van handschriften van kerkelijke en profane schrijvers. De nieuwe tekstcritische uitgave van de Vulgaat is aan Benedictijnen toevertrouwd. Verder wijden zij zich ook aan de directe zielzorg en missiearbeid. Sinds 1893 zijn de verschillende Benedictijnse Congregaties verenigd in een confederatie (Ordo S. Benedicti Confoederatus, afk. O.S.B.), waarbij thans 15 congregaties zijn aangesloten (totaal ii 100 geprofeste leden).

Naast deze confederatie kent men nog de orden der Benedictijnen Camaldulenzen (2 congregaties), Vallumbrosanen, Silvestrijnen en Olivetanen.

Ook in de Anglicaanse Kerk bestaan Benedictijnen als vrucht van de Oxfordbeweging. De leden, ten dele in het bezit van de priesterwijding, ten dele leliebroeders, volgen de regel van Benedictus (reeds sinds de uitzending van Augustinus door Gregorius de Grote in Engeland bekend). Prior van de Nashdom Abbey werd in 1948 de in 1952 overleden Dom Gregory Dix, bekend om zijn studies over liturgie. (zie ook Kloosterwezen, Protestants).

F. v. R./J. c. G.