(zwi:r) m.
A.
I. Eig. draai, zwaai.
II. Metf. bevalligheid, gratie: hij doet alles met edele -. III. Metn. [van II]
1. opschik, tooi: van houden.
2. Veroud. mode: de volgen.
B. het zwieren (2); aan de -, op gaan, zijn.
Gepubliceerd op 24-02-2020
betekenis & definitie
(zwi:r) m.
A.
I. Eig. draai, zwaai.
II. Metf. bevalligheid, gratie: hij doet alles met edele -. III. Metn. [van II]
1. opschik, tooi: van houden.
2. Veroud. mode: de volgen.
B. het zwieren (2); aan de -, op gaan, zijn.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: