('zwervәn) (zwierf, heeft gezworven)
1. zonder vaste woonplaats omdolen: -de volken; in vreemde landen, op zee -. Syn. →: dolen.
2. doelloos rondlopen: -de benden.
3. vertoeven, blijven: waar heb je deze nacht gezworven?
4. luidruchtig vrolijk langs de straat lopen.
5. op onbepaalde tijd en in onbepaalde richting trekken: -de vogels.