I. ('zo:) onbep. telw. (...vele) ter uitdrukking van een onbepaald getal: ...vele mensen denken dat; in het iaar 1900 en -; de trein van vier uren en -.
II. ('zo:) o.
1. zeer veel: hij heeft er voor gedaan; het scheelt -; hij geeft er niet om, geeft er niets om.
2. dat, dit: is zeker dat…
III. (zo've:l) o. zo een grote hoeveelheid: nog eens -; voor nog niet, voor niets ter wereld; geeft hij er niet om, het kan hem niet veel schelen.
IV. (zo've:l) bw.
1. des: te beter, te meer.
2. ongeveer: hij is er als toezichthouder.
3. voor -, voor zover: voor ik weet.