('zoutәn) (zoutte, heeft gezouten)
1. met zout bereiden: het eten -.
2. in zout leggen, inmaken: gezouten vis. Syn. ➝ inleggen.
3. met zout inwrijven: vlees -.
4. te duur verkopen, aansmeren: dat heeft hij hem gezouten. ➝ gezouten.
Gepubliceerd op 24-02-2020
betekenis & definitie
('zoutәn) (zoutte, heeft gezouten)
1. met zout bereiden: het eten -.
2. in zout leggen, inmaken: gezouten vis. Syn. ➝ inleggen.
3. met zout inwrijven: vlees -.
4. te duur verkopen, aansmeren: dat heeft hij hem gezouten. ➝ gezouten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: