('zondə) (-ken)
1. m. Eig. Eert. bok waarop de zonden van het volk door de hogepriester op de Grote Verzoendag te Jeruzalem in symbolieke zin werden geladen.
2. Metf. m. en v. persoon op wie de anderen hun schuld schuiven of die voortdurend het voorwerp is van plagerijen: hij is op school altijd de -.