Wat is de betekenis van zondebok?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zondebok

iemand die de schuld krijgt. iemand die de volledige schuld krijgt en bestraft wordt voor iets wat verkeerd gaat, ook als hij die verantwoordelijkheid met anderen deelt of als die beschuldiging onterecht is; iemand die altijd de schuld krijgt voor alles wat er fout loopt. In hoofdzaak wordt het woord gebruikt voor personen, maar ook groep...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zondebok

zondebok - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) een te offeren dier, gewoonlijk een bokje, waarop alle zonden geworpen worden Op Yom Kippur werd een zondebok "voor Azazel" beladen met zonden "naar de wildernis geleid", dat wilde later zeggen dat de bok van een rots afgeworpen werd. 2. over...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zondebok

zondebok - zelfstandig naamwoord uitspraak: zon-de-bok 1. iemand die de schuld krijgt van alles ♢ hij is altijd de zondebok Zelfstandig naamwoord: zon-de-bok de zondebok de zondebokken...

2024-04-23
Woordenlijst van het Jodendom

G.F. Callenbach (1988)

Zondebok

de bok die symbolisch de zonden van het volk droeg en op Grote Verzoendag daarmee beladen de woestijn werd ingejaagd, zoals beschreven wordt in Lev. 16:5.

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zondebok

s.; dezijn, it lilke, forkearde kweade bist, de forbitene houn, hoanne wêze, it altyd ûntlije, ûntjilde moatte, altyd de búter opfretten hawwe.

2024-04-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zondebok

Bij het Joodsche volk moest de Hoogepriester op den grooten Verzoendag een levenden bok voor zich laten brengen, zijn beide handen op den kop van den levenden bok leggen en alle zonden en misdaden der Israëlieten openlijk belijden. Daarna werd de bok de woestijn ingejaagd. Deze symbolische handeling moest het berouw over bedreven kwaad aangeve...

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zondebok

('zondə) (-ken) 1. m. Eig. Eert. bok waarop de zonden van het volk door de hogepriester op de Grote Verzoendag te Jeruzalem in symbolieke zin werden geladen. 2. Metf. m. en v. persoon op wie de anderen hun schuld schuiven of die voortdurend het voorwerp is van plagerijen: hij is op school altijd de -.

2024-04-23
Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Zondebok

de persoon op wien men de schuld schuift dien men de kwade gevolgen van een fout laat dragen. „Er moet altijd een zondebok zijn”; „als altijd was hij weer de zondebok”. De uitdrukking is ontleend aan het volgende gebruik bij de Israëlieten, beschreven in Leviticus XVI, 21 : „Aaron zal beide zijne handen op het hoo...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Zondebok

Zondebok - In Israël werd op den grooten verzoendag een bok zinnebeeldig met de zonde des volks beladen, in de woestijn gejaagd. Vandaar de naam z. voor iemand, op wien men de schuld schuift voor eenig misdrijf.