('za:kələk) bn. en bw. (-er, -st)
1. onmiddellijke heerschappij over een zaak gevend : recht.
2. feitelijk, wezenlijk : de -e inhoud van een boek.
3. met (on)roerende goederen als onderpand : een -e borgtocht.
4. belangrijk, gewichtig : een onderhoud
5. bondig : iets behandelen; iets kort en uiteenzetten.