Wat is de betekenis van zakelijk?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zakelijk

zakelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. zoals dat onder zakenlieden gebruikelijk is Hij benaderde deze geruchtmakende materie een uiterst zakelijke wijze. Woordherkomst Afgeleid van zaak met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zakelijk

zakelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: za-ke-lijk 1. wat met zaken te maken heeft ♢ dit is een zakelijke belasting 2. praktisch en met weinig emoties ♢ je moet dat probleem zakelijk benader...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zakelijk

adj. & adv., saeklik.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zakelijk

bn. bw. (-er, -st), 1. betr. hebbend op een zaak of op zaken ; — een zaak uitmakend : krediet op zakelijk onderpand; — (rechtst.) zakelijk recht (tegenover persoonlijk recht), ben. voor de rechten die onmiddellijke heerschappij over een zaak geven en tegen ieder die daarop inbreuk maakt, beschermd worden, b.v. het e...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zakelijk

bn., bw. (degelijk; bondig, wezenlijk, essentieel; objectief, niet-persoonlijk): een zakelijk rapport; iets zakelijk behandelen; zakelijke borgtocht, zekerheidsstelling met onderpand; iem. iets kort en zakelijk mededelen; de zakelijke inhoud v. e. boek, de kern, de hoofdfeiten; de zakelijke omroep te Scheveningen, nl. v. handelsberichten enz.; zake...

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zakelijk

('za:kələk) bn. en bw. (-er, -st) 1. onmiddellijke heerschappij over een zaak gevend : recht. 2. feitelijk, wezenlijk : de -e inhoud van een boek. 3. met (on)roerende goederen als onderpand : een -e borgtocht. 4. belangrijk, gewichtig : een onderhoud 5. bondig : iets behandelen; iets kort en uiteenzetten.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zakelijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. betrekking hebbend op een zaak of op zaken; een zaak uitmakend: krediet op — onderpand; zakelijke rechtsvordering, vordering betreffende onroerend goed; 2. niet persoonlijk, slechts over zaken handelend: een — onderhoud; — blijven, alleen over de zaak spreken, niet persoonlijk worden, of: zich niet in be...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)