('wijkən) (week, is geweken)
1. achteruit, uit de weg gaan : wijk niet van daar; voor de vijand -; voor iemand ook Fig. hem als zijn meerdere erkennen. → duimbreed, plank, voetbreed.
2. zich verwijderen :
het gevaar is geweken. →: lijn.
3. toegeven : voor vriendelijke aandrang -.
4. de namen der inwoners van een stadswijk in een register opschrijven.