('werk) o. (-en; -je)
I. Eig.
1. Algm. tuig, gereedschap, toestel om mede te werken : een hamer is een -; gymnastische -en. Syn. → gereedschap.
2. Inz.
a. machine : een kunstig -.
b. orgaan : de -en der ademhaling.
II. Metf. persoon gebruikt om iets te verrichten : hij was het van zijn wraak; hij gebruikt hem als om zijn eerzucht te bevredigen.