('werkələk) bn. en bw. (-er, -st)
1. bestaand, wezenlijk : een gevaar; hij is gekomen. Tgst. ingebeeld.
2. aktief : in -e (militaire) dienst.
3. waarvan geregeld rente betaald wordt : de -e staatsschuld.
4. TaaIk. zijnd wat het volgende woord zegt : een gezegde. Tgst. grammatisch.