('we:fsәl) o.(-s ;-tje)
I. Eig. wat geweven is, geweven stof: effen zijden -.
II. Metn. wijze waarop iets geweven wordt, is. III. Metf. [van I]
1. geheel van cellen waaruit de organen zijn samengesteld: het der huid.
2. samengevoegd geheel: een van dichte bladeren.
3. ondereengemengd geheel: een van bedrog en leugen.