v. (-en; -etje) welven het gewelfde]
I. Eig. een der twee voorste zijdelingse delen van het hoofd : blozende -en. Syn. koon.
II. Metf.
1. Algm. zijstuk : de -en van een ➝ appel, een H« bankschroef, een ➝ kruiwagen.
2. Scheepst. zijstuk, klamp tegen een mast, om die te stutten.