('wa:rneming) v. (-en)
I. [< waarnemen 2]
1. Eig. het waarnemen: -en doen. Syn. ➝ aanschouwing.
2. Metn. wat waargenomen wordt : sterrenkundige -en.
II. het waarnemen: de van een funktie.
III. het waarnemen: de van een kantoor.
IV. het waarnemen: de van zijn plichten.