Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

vuil

betekenis & definitie

I. bn. eD bw. (-er, -st) [Lat. ~ putere, stinken]

1. bedorven : een ei; een -e maag. → ei.
2. onrein, morsig : -e kleren. → hemd, pijp, voet. Tgst. rein.
3. onzuiver : -e lucht.
4. slecht, buiig : weer. → weer.
5. laag, verachtelijk : een -e zaak.
6. onzedelijk : een boek.
7. vies : -e praat.
8. onveilig door banken en klippen: een -e kust.