Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

voorhoofd

betekenis & definitie

('vo:r) o. (-en; -je) voorste gedeelte van het ➝ hoofd, tussen haren en wenkbrauwen : rimpels in het hebben. Gez. dat staat op zijn te lezen, dat is duidelijk aan hem te merken; een stalen hebben, onbeschaamd zijn; iemand (als) voor het slaan, hem versteld doen staan. ➝ Kaïnsmerk, rimpel.

< >