('voering) v. (-en; voerinkje)
A. [→ voeren II 1] Eert. kleine koopwaren die de bemanning mocht aan boord nemen.
B. [→ voeren III]
I. Eig. het → voeren.
II. Metn.
1. Algm. stof die tot voeren dient of waarmede iets gevoerd is : zijden -; de is los, door, gescheurd, versleten.
2. Wapenk. pelswerk..
III. Metf. [van II] inwendige metalen bekleding van machinedelen.