Wat is de betekenis van voering?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

voering

(1980) (sch.) schaamlippen. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Spectrum Sex Atlas. Een nieuwe geïllustreerde gids. 1978. Vertaling en bewerking Liselotte de Vaal & Otto M. de Vaal. 1981)

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voering

voering - Zelfstandignaamwoord 1. de binnenbekleding van een voorwerp De jas was kapot, waardoor de voering eruit kwam. 2. het voeren (leiden) Woordherkomst Naamwoord van handeling van voeren met het achtervoegsel -ing.

2024-04-25
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Voering

Bekleding op de buitenomtrek van de vang, waarmee wordt voorkomen dat plooien en velgen slijten tijdens het vangen. Deze voering kan van ijzer of hout zijn, bijv. een ingezaagde krom afgewerkte eiken plank, gebogen om het bovenwiel i.p.v. belegstukken, waarom de wilgehouten vangstukken grijpen. Ook hoep.

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

voering

binnenbekleding, o.a. van kledingstukken, waar het dient om naden te bedekken en gelegenheid geeft om een verwarmende tussenlaag, b.v. watten, aan te brengen.

2024-04-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

voering

voering - 1°. In de verb. voering van (uit) de broek, als grappige omschrijving van het mannelijk lid. Jan Soet quam van de reys, en bracht zyn Huysvrouw Koek, 'k Hou meer, zey Tryn zyn Wyf van voering uyt de Broek, Pans Fluytje 12 [1675].2°. Vrouwelijk geslachtsdeel. Ook en meer bekend als het hottentottenschortje. De vrouwen (der Hot...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

voering

belegsel, binneste bedekking (kledingstuk).

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voering

s., fuorring (de & it), foer (it).

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voering

v. (-en, in vakt. ook -s), 1. het voeren : 2. datgene waarmee iets van binnen bekleed wordt of is, stof tot voeren: de voering is doorgesleten; — inwendige bekleding met metaal van holle of doorboorde machinedelen.