Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

vestigen

betekenis & definitie

('vestəgən) (vestigde, heeft gevestigd)

1. gronden, bouwen, stichten : een ziekenhuis -.
2. stellen ; zijn hoop op God -.
3. op-, inrichten : deze zaak is in 1780 gevestigd.
4. vaststellen : een rente op iemands hoofd -.
5. richten ; de ogen op iemand.
6. voorgoed nemen : zijn verblijf ergens -.
7. tot stand brengen : een nieuw snelheidsrekord -.
8. zich -, voorgoed gaan wonen : zich ergens -.

< >