(v9r'voer) o. 1. Eig. het vervoeren, overbrenging, transport : van goederen te water, te land en door de lucht. 2.
Mein, vervoerkosten : het betalen. vervoerbaar bn. (...bare), vcrvoerbewijs o. (...wijzen), vervoerbiliet o. (-ten) biljet, bewijs dat iets vervoerd mag worden, vervoerder m. (-s). vervoeren (v9r'voerdn) (vervoerde, heeft vervoerd)1. Eig. overbrengen, overdragen, transporteren : iets ver trein -. 2 in hogere sferen, buiten zichzelf brengen : door vreugde vervoerd; zich door drift laten -