(vər’to:ning) v. (-en; ...ninkje)
I. Eig. het vertonen : de van een wonderdier; veel maken, veel drukte.
II. Metn.
1. het vertoond worden : tot de dag van zijn -.
2. wat vertoond wordt: een grappige, misselijke -; het was me een -! het was vermakelijk of mal om te zien.