(verscheen, is verschenen)
1. te voorschijn komen, aanwezig zijn: voor de rechter -; geesten doen -.
Syn. ➝ aanbieden (zich).
2. uitgegeven worden: dat boek zal spoedig -.
3. voorbijzijn: de maand, de termijn is verschenen.
4. betaald moeten worden: die wissel verschijnt op 1 februari.