Werkwoorden vervoegen
verschijnen
Tegenwoordige tijd verschijnen
Ik verschijn
Jij verschijnt
verschijn jij?
U verschijnt
Hij/Zij/Het verschijnt
Wij verschijnen
Jullie verschijnen
Zij verschijnen
Verleden tijd van verschijnen
Ik verscheen
Jij/U verscheen
Hij/Zij/Het verscheen
Wij verschenen
Jullie verschenen
Zij verschenen
Voltooid deelwoord van verschijnen
verschenen
Tegenwoordig deelwoord van verschijnen
verschijnend