I. (verlangde, heeft verlangd)
1. begeren naar dat waarop men recht meent te hebben: wat verlang je? ➝ vleespot.
Syn. ➝ begeren.
2. eisen: ik verlang mijn geld.
II. o. (-s) het verlangen: naar iets hebben; zijn -s bevredigen; branden van -, zeer sterk verlangen. ➝ lied. Syn. ➝ begeerte.