(vər'hardən) (verhardde, verhard)
I. (heeft) hard maken : een weg -.
II. (is) Metn. hard worden : stopverf verhardt in de lucht. III. Metf.
1. (heeft) [van I] ongevoelig maken : zich tegen de koude -.
2. (is) [van II] ongevoelig worden : hij is, door het werkelijk leven, daartegen verhard.