('uit) (weende uit, heeft uitgeweend)
1. ten einde wenen.
2. wenend laten vloeien : laat hem zijn tranen in uw boezem -.
3. door wenen als 't ware verliezen : zij heeft zich de ogen uitgeweend.
4. door wenen als 't ware kwijtraken : zijn lijden, droefheid -.