Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

uitstel

betekenis & definitie

('uit) o. opschorting, verschuiving tot latere tijd : dat kan geen lijden. Gez. is geen afstel, wat uitgesteld is, is niet opgegeven; van executie, maatregel die een nadelige gebeurtenis slechts verschuift; van komt afstel, wat men uitstelt, blijft licht achterwege; zonder -, dadelijk.

Syn. ➝ oponthoud.

< >