('uit) (sprong uit, uitgesprongen)
I. (heeft en is) ten einde springen.
II. (is)
1. naar buiten springen : hij sprong het huis, de deur uit.
2. vooruitsteken : -de hoeken.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
('uit) (sprong uit, uitgesprongen)
I. (heeft en is) ten einde springen.
II. (is)
1. naar buiten springen : hij sprong het huis, de deur uit.
2. vooruitsteken : -de hoeken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: