('uit) v. (-en; uitspanninkje)
I. [uitspannen 3]
1. Eig. het uitspannen.
2. Metn. pleisterplaats waar rijtuigen uitgespannen werden : aan de stilhouden.
II. [zich uitspannen 4] vermaak dat rust veroorzaakt : maatschappelijke, geestelijke -en. Syn. ➝ afleiding.