Wat is de betekenis van uitspanning?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitspanning

uitspanning - Zelfstandignaamwoord 1. gelegenheid waar men even bij kan komen en wat genieten (van een hapje of een drankje), pleisterplaats, herberg Woordherkomst Naamwoord van handeling van uitspannen met het achtervoegsel -ing Verwante begrippen speeltuin, attractie, pretpark

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

uitspanning

plek waar uitgespan mag word; vermaak.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitspanning

s.; (vermaak), fortier (it), fortiering, forsetsje (it), (for)divendaesje; (herberg), útspanning.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitspanning

v. (-en), 1. het uitspannen; 2. buitenherberg met stalhouderij waar men heen rijdt om zich te vermaken; 3. vermaak, verpozing: tot uitspanning dienen; dit was zijn gewone uitspanning.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitspanning

v. uitspanningen (1 vermaak; 2 herberg, pleisterplaats met stalhouderij): 1 de maatschappelijke uitspanningen, de geestelijke uitspanningen; 2. de uitspanning „De Drie Koningen”.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitspanning

('uit) v. (-en; uitspanninkje) I. [uitspannen 3] 1. Eig. het uitspannen. 2. Metn. pleisterplaats waar rijtuigen uitgespannen werden : aan de stilhouden. II. [zich uitspannen 4] vermaak dat rust veroorzaakt : maatschappelijke, geestelijke -en. Syn. ➝ afleiding.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitspanning

v. (-en), (vero.) buitencafé met stalhouderij waar men heen rijdt om zich te vermaken; vermaak, verpozing: dit was zijn gewone uitspanning.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)