Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

uitslag

betekenis & definitie

('uit) m. (-en)

I. [uitslaan I 4] Bouwk. tekening op de ware grootte : de van een trap. II. [uitslaan I 8] verkoop : van sterkedranken.

III. [uitslaan I 15] Muz. voorlaatste slag van een maat : met de beginnen. IV. [uitslaan II 3]

1. Eig. schimmel : in de kelder staat alles vol -.
2. Metf. puistjes vlekjes : het kindje zit vol -. Syn. ekseem. -
V. [uitslaan II 5] afloop, uitkomst : de van een eksamen; met de beste bekroond.