(‘tunnəl) m. (-s; -tje) [Eng. tonnetje] onderaardse of onderbergse kokervormige weg : een aanleggen, boren ; een voor een spoorweg; een onder een station, een rivier: te → Antwerpen heeft men twee -s onder de Schelde gebouwd. Langste tunnels
1. Huntington Lake-tunnel (in California, Verenigde Staten) 21 760 m
2. Siraplon-tunnel (Zwitserland-Italië) 19 803
3. Apennijnen-tunnel (Italië) 18 510
4. St.-Gotthard-Tunnel (in of naar Zwitserland) 14 990
5. Lotschen-tunnel (in of naar Zwitserland) 14 536
6. Mont-Cenis-tunnel (in of naar Zwitserland) 13 636
7. Seenic-Leavenworthtunnel (Kaskadengebergte, Verenigde Staten) 13 170
8. Arlberg-tunnel (Oostenrijk) 10 270