Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

tucht

betekenis & definitie

v. [~ tiegen]

I. Eig.
1. zedelijke leiding om aan het goede te wennen en van het kwade af te houden : de vaderlijke -.
2. Uitbr. scherp toezicht, discipline, orde : de handhaven; aan gewennen.

II. Metn. [middel om de tucht te handhaven] straf : iemand geven; raad van -.