('toe) (hoorde toe, heeft toegehoord)
1. (met moeite) horen, luisteren: hij hoorde dat alles toe, luisterde en zei niets. Syn. ➝ aanhoren.
2. toebehoren.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
('toe) (hoorde toe, heeft toegehoord)
1. (met moeite) horen, luisteren: hij hoorde dat alles toe, luisterde en zei niets. Syn. ➝ aanhoren.
2. toebehoren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: