Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

tempo

betekenis & definitie

o. (-’s) [It.]

I. Eig.
1. Algm. betrekkelijke snelheid waarmede een handeling moet worden verricht: een gebouw in sneller afwerken.
2. a. Muz. betrekkelijke snelheid waarmede een (gedeelte van een) muziekstuk moet worden uitgevoerd: een vlugger nemen.
b. in het schaakspel relatieve vordering per zet.

II. Metn. verrichting, als onderdeel van een samengestelde handeling, met het oog op de snelheid waarmede ze wordt uitgevoerd: de droogmaking der Zuiderzee geschiedde in verschillende -’s.

< >