I bn. en bw. (-er, -st)
1. gewaagd, moedig: zich aanstellen; Karel de Stoute. ➝ schaats, schoen.
Syn. ➝ dapper.
2. vermetel: dat overtreft de -ste verwachtingen.
3. ondeugend: een kind.
II. m. en o. [Eng. sterk] donker krachtig Engels bier.