Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

station

betekenis & definitie

(stasi'on) o. (-s; -netje) [Fr. < Lat. statio < stare. staan]

I. Eig. standplaats nl.
1. Eert. pleisterplaats aan een postweg waar de paarden gewisseld werden.
2. plaats van aankomst en vertrek van de spoortreinen.
3. plaats, inrichting met de nodige toestellen en personen voor een praktisch of wetenschappelijk doel: een voor elektrische stroomlevering; een voor draadloze telegrafie; een plantkundig proefstation.

II. Metn. [van I 2] stationsgebouw : naar het gaan.