Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

spion

betekenis & definitie

(spi'on) m.(-nen, -netje)[Fr. espion, ~ spieden]

I. Eig.
1.Alom. Veroud: verspieder.
2. Inz iemand die heimelijk en verraderlijk waarnemingen doet ten behoeve van een derde: de trachtte inlichtingen in te winnen over de sterkte van de vijandelijke troepen.

II. -netje Metf. kijkspiegeltje aan een venster waarin men ziet wie op straat aankomt of aanschelt.

< >