(‘smakkən) (smakte, gesmakt)
I. (heeft)
1. Algm. Veroud. werpen.
2. Inz.
a. met kracht, over een korte afstand werpen : iets in het vuur, in het water, overboord -.
b. Gew. met dobbelstenen werpen, dobbelen.
II. (is) met kracht, met een bons neervallen : hij is tegen de grond gesmakt.