('sluit)v.(-nen,-s)
1. rede(voering) waarmede men iets sluit. Tgst. openingsrede.
2. keten van oordelen bestaande uit twee gegeven oordelen of premissen, waaruit een besluit of konklusie getrokken wordt: in de (1) alle mensen zijn sterfelijk, (2) welnu Petrus is een mens, (3) dus is Petrus sterfelijk, zijn 1 en 2 premissen, 3 is de konklusie; valse -, sofisme. Syn. syllogisme.